Een abonnement op Gridiron The Magazine? Vier bewaarnummers voor een lage prijs!

Robbie Hiensch: AFBN moet van rotonde af

Robbie Hiensch, een voormalig coach bij de Dutch Lions, heeft voor Gridiron zijn visie op papier gezet over de toekomst van American Football Bond Nederland en de sport in Nederland.


“American Football in Nederland kan ik vergelijken met een vriendin van mij, die mij ooit in paniek opbelde dat de TomTom het niet deed. Ik vroeg waar ze reed en dat bleek op een rotonde te zijn. Het duurde even voordat ze begreep dat de TomTom steeds aan het herberekenen is en ze dus de afslag al weer voorbij was als hij een aanwijzing wilde geven. Football in Nederland is als een TomTom op een rotonde. En de communicatie van de TomTom staat, om maar in de beeldspraak te blijven, op mute of op een heel erg laag niveau.

Dit stukje geeft mijn mening weer over een aantal zaken binnen de AFBN. Ik heb, naast dat ik op een redelijk niveau heb mogen spelen, ook een eerstegraad docentenopleiding en heb dan ook ruim 11 jaar ervaring in lesgeven en het ontwikkelen van mensen. Dit kon ik ook toepassen als coach. Ik weet dat ik sommige dingen bewust scherp wegzet, maar mijn betoog is op te delen in nationale programma’s, communicatie en coaching.

Nationale programma’s
Als speler heb ik mogen ervaren hoe goed dingen waren georganiseerd tijdens kampen van Team Europe en NFL Europe. De manier van organiseren, coaching en terugkoppelen was geweldig. Het toenmalige Nederlandse team had destijds een aparte insteek: wie de bus kon betalen, die mocht mee.  Er hing een negatieve vibe rondom het spelen voor het Nederlandse team. Er liep genoeg talent rond in ons land, maar nooit was het sterkste team op de been als het nodig was. Hoe komt dat? Vanuit de sportpsychologie weten we dat mensen het best ontwikkelen door doelen te stellen. Die doelen moeten iets opleveren, in dit geval een rosterspot voor de Dutch Lions of de Dutch Junior Lions. Maar een rosterspot bij de Dutch Lions was toen niet zo speciaal.

De afgelopen jaren was dat anders. Er was een constant programma rondom beide teams. Er was eer te behalen om een rosterspot als doel te stellen en het shirt van de Lions aan te mogen trekken. Nu is het gebruikelijk dat na ieder toernooi een evaluatie plaatsvindt en terugkoppeling vanuit de bond en dat er nieuwe doelen gesteld moeten worden. Hierin stond de TomTom weer op mute of misschien heel erg zacht. Met als gevolg dat spelers niet wisten waar ze aan toe waren. Het resulteerde in een belachelijk laag aantal spelers op de laatst georganiseerde combine voor de Dutch Lions. De discussie barstte weer los op Facebook en er werd zelfs geroepen om te stoppen met het nationale programma, want er moet geïnvesteerd worden in de jeugd. De jeugd heeft de toekomst schreeuwt men. De fundering moet goed zijn. Je bouwt geen dakkapel als de fundering niet af is. Met name de Dutch Lions hadden een goede structuur. Alleen zoals bij alles in de sport pas je dingen soms aan. Dat betekent niet dat je alles moet afbreken.

Ik weet nog goed dat ik Waalwijk het veld op liep om te coachen tijdens de interland tegen België. Ik stond langs de kant te kijken naar hoe de spelers de warming-up deden. Vanaf het eerste fluitsignaal had ik kippenvel. Ik wist dat het goed zat en dat we zouden winnen. Iedereen zat in de zone, ik en mijn taak zoals dat in de spotpsychologie ook wordt genoemd. Ik keek even naar het publiek. Er waren een aantal jonge jongens waarvan je kon zien dat ze dachten: “Wauw, ik wil later ook voor de Lions spelen in een stadion als dit.” En daar heb je het, het zaadje is geplant! Die jongens hebben een droomdoel te pakken.

Als de structuur van een doorgaand programma verdwijnt en onzeker wordt, dan is het doel niet SMART genoeg meer voor deze spelers. De onzekerheid is te groot. Er is te weinig voldoening uit te eigen landelijke competitie en leden stromen uit. Om spelers binnen de bond te houden moeten zowel de spelers die voor de lol spelen, als de spelers die voor een topprestatie gaan, gefaciliteerd worden. Een sterke nationale competitie helpt daarbij, maar een gedegen nationaal programma is daarbij essentieel.

Communicatie
Zoals al eerder aangegeven staat de TomTom van de bond of op mute of op een heel laag niveau. Dit is de afgelopen maanden pijnlijk duidelijk geworden op verschillende manieren. Ik heb dit vanuit mijn periode als coach bij de Dutch Lions zelf mogen meemaken. Na het toernooi in Engeland was het vanuit de bond heel erg stil. Nu wist ik dat de hoofdcoach gestopt was. En ik weet ook dat het gebruikelijk is dat een nieuwe hoofdcoach zijn eigen staff samenstelt. Maar er waren duidelijke kaders waar het programma heen zou gaan. We wilde als Dutch Lions ook een coaches intern programma opzetten om zo jonge coaches op te leiden binnen een gedegen structuur. Maar ineens was het over en klaar en was er een nieuwe man aan het roer.

Dit hele proces kent naar mijn mening alleen maar verliezers. De grootste verliezers zijn de spelers en de fans en daarna de staff en coaches. Niemand van de staff en coaches kreeg betaald en het had de bond gesierd om de staff en coaches in ieder geval te bedanken voor bewezen diensten. Gewoon evaluerend en verbindend. Hier heeft de AFBN zoveel winst te boeken. Daadwerkelijk communiceren op een verbindende duidelijke en repeterende manier.

Niveau van coaching
Om een sterke nationale competitie op te zetten moet de AFBN inzetten op een coachesopleiding. Ik heb ooit bij een AFBN Academy mogen helpen en coachen. Ik schrok van het niveau van coachen. Ik raak hier een heel gevoelig punt, dat realiseer ik mij. Want iedereen zet zich in voor de sport en doet dat vrijwillig. Maar het feit dat je iets wil, zegt niet dat je het kan. Vanuit de onderwijswereld noemen we dit onbewust onbekwaam.

Bij de briefing voor de dag bleek dat de Academy daarvoor een aantal kinderen onderkoelingsverschijnselen hebben gehad. Mijn docenten- en coachingshart bloedde! Valkuil nummer 1 van een beginnende docent/ coach is namelijk teveel praten te weinig doen. Mijn angst werd later op het veld bevestigd. Veel kinderen staan te lang stil en de aanwijzingen die ze krijgen zijn van de categorie ‘je moet harder rennen en harder hitten’.

Valkuil nummer 2 van een beginnende docent/ coach is dat ze alleen het effect zien en niet kunnen analyseren wat de oorzaak is. Het feit waarom het spelertje namelijk te laat is, komt niet omdat hij te langzaam is. Maar omdat hij niet weet hoe hij de offense moet lezen of dat het een pass of een run is. Door van coaches te verwachten dat men een opleiding volgt en dit ook jaarlijks bijhoudt zorgt de bond voor een beter niveau op de verenigingen. Beter coachingsniveau op de verenigingen zorgt voor minder blessures en uiteindelijk minder uitstroom. Ik hoor nu al veel mensen zeggen “ik coach al jaren!”. Dat klopt, maar stel jezelf eens de vraag hoevaak je zelf bijscholing gehad hebt in die tijd.

Het is binnen een heleboel sporten heel gebruikelijk om een certificaat te moeten behalen, voordat je training mag geven en coachen. Coaches zijn ook verplicht dit jaarlijks bij te houden. Tijdens mijn loopbaan als docent had ik 4 x per jaar een bijscholingsdag en daarnaast sprak ik geregeld per jaar af met mensen binnen mijn netwerk die werkzaam zijn binnen het topsegment van hockey en schaatsen over hoe ze trainingen, periodes en seizoenen opbouwen en over hoe ze zorgen voor een veilig maar competitief klimaat. Compete to complete each other , zei Herm Edwards ooit.

De bond moet van de rotonde af en een duidelijke richting kiezen door: Een doorgaand programma te omarmen voor de Dutch Junior Lions en Dutch Lions. Dit betekent jaarlijks wedstrijden in binnen- en buitenland. Bij wedstrijden binnen Nederland moet gekeken worden naar locaties als Waalwijk om genoeg toeschouwers en sponsoren te kunnen genereren. Duidelijkere communicatie naar leden, coaches en de buitenwereld. Een opleiding voorwaardelijk te stellen om te coachen. Natuurlijk ben je hier niet van de ene op de andere dag. Er zijn ook coaches die over voldoende capaciteiten beschikken.

Laat coaches die bewust bekwaam zijn dat aantonen en meedenken in het vormgeven van de coaches opleiding. Om vervolgens je certificaat op peil te houden kan je dan denken aan een puntensysteem. Door per jaar deel te nemen aan een aantal academies, waarbij de professionalisering van coaches centraal staat, voordat de spelers komen. Dan snijd het mes aan twee kanten.

Is dit allemaal makkelijk? Nee, maar durft de AFBN van de rotonde af?

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *